Analysis Poems Poesjkin

Analysis Poems Poesjkin

  • Submitted By: Jetje
  • Date Submitted: 12/01/2008 8:55 AM
  • Category: Book Reports
  • Words: 1598
  • Page: 7
  • Views: 823

The Poet / De Dichter

1) Wie is in het gedicht aan het woord; wordt iemand aangesproken?
Ik denk dat in het gedicht de dichter zelf aan het woord is, die zijn positie verklaart aan de lezer (de us in regel 6 van de Engelse versie; in de Nederlandse versie is dit minder duidelijk). De dichter is een echte romanticus. Hij staat tussen de hogere, goddelijke, onbekende wereld en de alledaagse werkelijkheid in als een soort middelaar. De dichter wordt daartoe (en tot het dichten) geïnspireerd door Apollo, de god van o.a. de dichters ( Apollo wordt genoemd in regel 1). Poesjkin heeft het in regel 5 ook over een heilige lier – dat is het instrument waar Apollo vaak mee wordt afgebeeld.
De dichter is binnen Poesjkins visie niet veel meer dan een marginale figuur, ‘het nietigst van allen’ ( regel 9) – zeker als hij niet dicht, als hij niet beroerd wordt door de goden (daartoe door hen wordt aangezet). Als hij echter wel tot de goden tot dichten wordt aangezet, dan stijgt hij boven zichzelf uit, zoals ‘een adelaar die wakker geworden is’ (regel 13). Juist dan is hij een superieur individu dat niet alleen boven zichzelf, maar óók boven de massa uitsteekt. De positie die hij inneemt creëert een afstand tussen hem en de wereld, en die afstand levert poëzie op, aangezien hij dan is ‘vervuld van klanken en verwarring’ ( regel 19).
De dichter is dus ongrijpbaar, hij neemt een tussenpositie in en kan door zijn inspiratie een verbinding maken met de goden, het hogere. Via de poëzie kan de lezer delen in die ervaring.
Degene die wordt aan gesproken is de lezer. Zoals gezegd wordt dat in de Engelse versie duidelijk door het woordje us. In de Nederlandse vertaling vindt ik dat echter niet zo duidelijk. Misschien dat je dat er wel uit de zin ‘temidden van de nietige (nietswaardige) kinderen’ (regel 8) of de aanduiding het volk (regel 15) kunt halen. Hiermee worden dan de mensen benoemd waartussen de dichter zich bevind, waaronder zijn ‘leespubliek’....

Similar Essays